dinsdag 25 februari 2014

Oordelen

'Als je werkloos bent dan grijp je toch elke kans aan die je krijgt?!'
'O, jij werkt om de hoek. Wat wil je nog meer?!'
'Ben blij. Je hébt tenminste nog werk'.

Zoiets zou ik zomaar hebben kunnen roepen in de tijd dat ik nog niet beter wist. Want mijn mening die ligt eigenlijk altijd wel klaar en ik ben vaak ook niet bang om die te geven. Maar soms slaat die mening nergens op en heeft iemand een reden om zo te doen, te zijn of om die bepaalde beslissing te nemen. En het is niet aan mij om dat te veroordelen. Toch doe ik dat vaak automatisch. En soms hoor ik dan achteraf dat er meer achter zit waar ik niks vanaf wist en waar ik ook eigenlijk niks vanaf hoéf te weten, gewoon, omdat het me niet aangaat. Dus heb ik me voorgenomen om toch wat voorzichtiger te zijn met meteen mijn mening klaar te hebben. Deze spreuken en een stuk uit een songtekst helpen daarbij:

'Everyone you meet is fighting a battle you know nothing about. Be kind. Always.'

'Before you start to judge me, step into my shoes and walk te life I'm living and if you get as far as I am, just maybe you will see how strong I really am'.

'You think the only people who are people
Are the people who look and think like you
But if you walk the footsteps of a stranger
You'll learn things you never knew'


Nóg een reden waarom ik me voor heb genomen om niet meteen mijn mening over anderen klaar te hebben is omdat ik zelf weer eens merk dat er mensen zijn, die net zo zijn als ik, en ook snel hun mening klaar hebben. Bovenstaande meningen onder andere, over het werkloos zijn of niet tevreden zijn met je baan. Nu ik zelf werkloos ben nadat ik 2 niet bevredigende banen heb gehad na elkaar kan ik zeggen dat het zo (voor mij) niet werkt.

Werkloos zijn is niet leuk. Maar weet je wat nog erger is? Een baan hebben met meer min- dan pluspunten. En dat is niet alleen voor mij niet leuk. Maar ook voor mijn gezinsleden is dat niet prettig. Zeker als je wéét dat het ook anders kan, dat er ook banen zijn met meer leuke dan slechte kanten. En als je dan in de positie komt dat (in mijn geval) de economische crisis voor de tweede keer toeslaat dan kijk je wel uit met het aannemen van banen. Een ezel stoot zich geen twee keer aan dezelfde steen. Ook deze ezel niet.  

Mijn streven is nu om een baan te vinden waar ik me weer thuis voel en waar ik me jàren thuis kan voelen. Ook zit het niet in mijn aard om een baan aan te nemen bij een werkgever die op zoek is naar iemand voor de lange termijn, wetende dat dit niet is wat ik wil en ik dus verder blijf zoeken waarna ik na een half jaar mijn baan weer op moet zeggen. Dat stiekeme, oneerlijke gedoe, dat is niks voor mij.

Onderstaand staan een aantal punten die voor mij een minpunt zijn voordat ik überhaupt besluit te solliciteren:
* Ik heb geen relevante opleiding gevolgd of ervaring opgedaan aangaande te uit te voeren werkzaamheden;
* Het bedrijf verkoopt een product of dienst waar ik niks mee heb;
* Het bedrijf ligt te ver weg;
* Het bedrijf heeft (buiten de baas) geen of maar een paar personeelsleden;
* Het kantoor is slecht bereikbaar (midden in het centrum van een stad) waardoor de reistijd erg lang wordt.

Fair enough dacht ik zo.

Er kunnen ook minpunten ontstaan nadat ik op gesprek bent geweest:
* Ik heb geen klik met de leidinggevende;
* Het sollicitatiegesprek verloopt op een niet-prettige manier waardoor ik een negatief idee krijg van de werksfeer;
* De werkzaamheden zijn toch anders dan in eerste instantie in de vacature stond;

Een andere mogelijkheid is dat er nog minpunten ontstaan nadat je een goed en positief gesprek hebt gehad:
* De werkdagen sluiten niet aan bij mijn wensen waardoor de kinderen (veel) naar de buitenschoolse opvang moeten wat
        a) niet strookt met onze ideeën van het op de wereld zetten van kinderen;
        b) (veel) geld kost;
* De werkgever kan in de verste verte niet voldoen aan mijn looneis.
* Ik word een aantal weken aan het lijntje gehouden bij het maken van een beslissing tussen mij en andere kandidaten. Ook hierbij krijg ik een negatief idee van de werkhouding, die in dit geval niet strookt met hoe mijn werkhouding is.

Maar wat zijn voor mij dan pluspunten:

* De werkzaamheden sluiten grotendeels aan bij mijn opleiding of werkervaring;
* Het bedrijf verkoopt een interessant product of interessante dienst;
* Het bedrijf is niet al te groot;
* Het bedrijf ligt in de buurt;
* Het eventuele sollicitatiegesprek verloopt prettig en niet op een 'verhoor'-manier;
* Ik kan zoveel mogelijk werken op tijden dat de kinderen op school zijn of opgevangen worden door papa of oma;
* Mijn collega's zijn mensen met dezelfde bloedgroep en humor als ik.

Als een baan aan meer minpunten dan pluspunten voldoet solliciteer ik in dit stadium (het beginstadium) van mijn werkloos zijn, dus niet.

Maar het kan dus ook gebeuren dat een baan die in eerste instantie ontzettend leuk lijkt, nadat je op gesprek ben geweest toch niet meer zo leuk lijkt. Dat was vorig jaar het geval nadat ik geen enkele klik voelde met degene die mijn leidinggevende zou worden en het gesprek net een verhoor leek. Er scheen nog net geen felle lamp in mijn gezicht. Ik krijg dan een negatief idee van de werksfeer. Maar ook al verloopt een gesprek erg prettig (niet sollicitatiegesprekachtig maar heel informeel) en wordt in eerste instantie de keus bij jou neergelegd om aan te geven of je überhaupt interesse hebt en lijkt het dus alsof het iets gaat worden, zelfs dan kan het dus gebeuren dat ik voor mezelf beslis om, mocht een werkgever te besluiten mij aan te willen nemen, hiervan af te zien om één of meer van bovenstaand genoemde redenen. Een sollicitatiegesprek of het verloop van zo'n sollicitatieprocedure laten naar mijn idee namelijk duidelijk zien hoe een werkgever of een bedrijf te werk gaat en als dat niet strookt met mijn manier van werken of het omgaan met mensen dan krijg ik een negatief gevoel bij de baan.

En ik ben van mening dat het in dit stadium mijn goed recht is om een baan op voorhand af te wijzen met een voor mij goede reden of goede redenen. Ook al ben ik dan werkloos en afhankelijk van een werkgever die in mij een potentiële werknemer ziet. Ik weet wat ik waard ben en vooralsnog ben ik ervan overtuigd dat het de bedoeling is dat ik die baan waarbij ik mij thuis ga voelen ga vinden.

Dus, laat je door deze blog vooral niet tegenhouden met het doorsturen van vacatures waarvan je denkt dat die geschikt zijn voor mij! Ik vind het verschrikkelijk tof om van familie, vrienden, bekenden en zelfs onbekenden suggesties te krijgen van vacatures waarvan ze denken dat ik er geschikt voor ben.

donderdag 13 februari 2014

Kinderpraat 21

Knopen in het haar
Iza en Evi vinden het verschrikkelijk als hun haar geborsteld wordt als er veel knopen inzitten.
Dan heeft Iza het haar van haar kappop op een middag royaal verzauwd. Nico moet proberen een elastiekje eruit te krijgen + 10.000 knopen. Hij zit te mopperen op Iza terwijl hij daarmee bezig is. 'De pop lacht wel nog', zegt Iza dan.
 
Rimpeltjes
Evi heeft na een tijdje badderen 'ribbeltjes' op haar vingertjes    


 
Armloos
Evi tekent papa en mama. Ik constateer dat onze getekende versies geen armen hebben. Op een 'dûh-toontje' antwoordt Evi: 'Die zitte in de tès'.
 
Soepstengel
Evi wil een soepstengel. Ik vraag of ze er mij ook een pakt. Ze spurt naar de keuken en ik hoor haar rommelen. Vervolgens hoor ik dat er een soepstengel kapot valt op de grond. 'Oeps', hoor ik Evi zeggen, 'volges mich waas det dae van dich'.
 
Historie
Nico, Iza en ik kijken naar de Olympische Spelen. Sven Kramer schaatst de 5000 meter. Ik vraag aan Evi die achter in de kamer met de poppen aan het spelen is of ze ook komt kijken. 'Nae'. Ik probeer het nog een keer: 'Ech neet?! Heej wuuërd historie gesjreve!'. 'Jao?!', antwoordt Evi dan heel geïnteresseerd.
 
Walkie Talkie    
Iza en Evi praten door de walkie talkie. Evi is boven, Iza beneden. Evi roept netjes na elke zin: 'Over!'
 
Werkje
Ik zeg tegen Iza en Evi dat Nico iets later komt omdat hij langer moet werken. 'Volges mich haet papa un lângk werkje', zegt Evi. 'Den moog dae dus auch neet get angers kieze. As ich miene puzzel aaf heb moog ich un anger werkje kieze'.

Hup blauw
Iza en Evi kijken naar het schaatsen. Per race kiezen ze de 'kleur' die moet winnen en die moedigen ze dan heel enthousiast aan: 'Hup blauauw! Hup blauauw!

Pinokkio 
   
Evi wil de film van 'Piejokkienoo' kijken. Wat eigenlijk een veel treffender naam is voor die houten jongen wiens neus groeit als hij jokt.
 
Friends
Iza en Evi kijken weer eens naar de film 'Pluk van de Petteflat'. Iza zegt: 'Ich dink det Aagje auch op Pluk is'. Waarop mijn antwoord is: 'Tuurlik is Aagje auch op Pluk. He's her lobster!' Waarop Iza me natuurlijk aankijkt 'wie unne boétsauto'.