vrijdag 19 april 2013

Peuter- en kleuterpraat (11)

Moe
Tijdens het ontbijt zegt Iza ineens: 'Ich ving ut gaar neet leuk öm groeët te waere want den mos-se taakjes doon en angere kiéndjes hellepe.' Ik antwoord dat dat toch juist tôf is.
'Nae, want dao waer ich muug van'.

Oud
Iza denkt nog ff verder na: 'Mama, as-se gen kiéndjes haes, den wuuër-se gen oma hè, maar gewuuën un aaije vrouw'.

Achternaam
Iza vraagt wat Dean (waar ze verliefd op is) z'n achternaam is en concludeert dat zij dan ook zo komt te heten. Ze denkt er ff over na en stelt dan vast dat Dean's papa ook zo heet. Dan wil ze weten wat de achternaam is van Dean's mama. Ik vertel het haar. Iza vindt het een mooie naam.

Lul
Iza en ik rijden richting Steijl. Voor ons kruipt een auto de rotonde rond. Ik begin hardop te zaniken over die trage automobilist. 'Riédt die mevrouw langzaam?', vraagt Iza. 'Nae', antwoord ik, 'd'r riédt unne aaije löl in dae auto.' Iza moet een beetje lachen: 'Wat is det, unne aaije löl.' 'Unne aaije meneer', antwoord ik. 'Unne aaije löl, hihi', lacht Iza. Dus heb ik haar maar even uitgelegd dat je dat niet mag zeggen omdat dat een vies woordje is. 'Unne aaije meneer of un aaije mevrouw mos-se dus gewuuën zegke', concludeert Iza.

Verrekijker
Evi kijkt naar buiten door de 'verderkijker'

Stom werk
Ik ben niet tevreden met mijn huidige baan. In 'Jip en Janneke-taal' is dat: 'Ik vind mijn werk stom'. Dus dat heb ik Iza en Evi gezegd. Telkens als ik nu langs mijn werk wandel, rij of fiets met Evi dan zwaait ze naar het gebouw en zegt ze: 'Haije mama zien stomme werk!'

Brand-bier
Als Evi ergens het logo van Brand-bier ziet, bijvoorbeeld op de bierijskastkoeling bij de Plus of op een vlag bij een restaurant dan roept ze heel blij: 'Det is van opa zien viltje!'

Wat iets
Als Evi een snoepje wil dan zegt ze: 'Ich wil wat iets'.

Winnie the Pooh
Evi wil haar badjasje van Mia te Poeh aan.


Roze broek

Ik leg meestal ’s avonds alvast de kleding klaar die Iza en Evi de dag erna aan moeten trekken. Evi is ’s morgens gewassen en loopt naar haar kamer, dan komt ze heel blij terug met de roze/rode broek in haar handen die ik voor haar klaar had gelegd: ‘Meug ich deze bôks weer aan?! Dezellufde die Debby haet?’
Als we ’s morgens nadat we Iza naar school hebben gebracht en boodschappen hebben gedaan bij de Plus nog even naar het dorp lopen pakt Evi mijn hand vast. Even later zegt ze: ‘No bös do Pieter’. ‘Huh?’, antwoord ik, ‘waoröm det?’ ‘Őmdet ich Debby
bön’.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten